Menu

Zo krijg je grip op psychosociale arbeidsbelasting (PSA)

Maar liefst 30% van de verzuimdagen wordt veroorzaakt door psychosociale arbeidsbelasting (PSA). Denk hierbij aan werkdruk, ongewenst gedrag en ingrijpende gebeurtenissen op de werkvloer. Daarmee staat PSA in de top 5 grootste arbeidsrisico’s, samen met bijvoorbeeld gevaarlijke stoffen en harde geluiden. In deze blog lees je hoe je als werkgever grip krijgt op psychosociale arbeidsbelasting.

Great Place To Work
Leestijd 4 min
11 april 2024
Vrouw op kantoor kijkt verveeld uit het raam

Wat is psychosociale arbeidsbelasting?

Het begrip ‘psychosociale arbeidsbelasting’ (afgekort PSA) komt uit de Arbowet. In deze wet wordt met psychosociale arbeidsbelasting bedoeld: factoren die direct of indirect werkstress veroorzaken. 

De Arbowet maakt onderscheid tussen 3 vormen van psychosociale arbeidsbelasting, namelijk: 

Ook andere factoren tellen mee 

Psychosociale arbeidsbelasting ontstaat door dingen die gebeuren op de werkvloer. Maar ook andere factoren tellen mee. Bijvoorbeeld hoe je bent als persoon, of je gezond leeft en hoe je woont. Maar ook of je geldzorgen, zieke ouders of een druk gezinsleven hebt. Het maakt ook uit in welke demografische groep je valt. We weten dat bijvoorbeeld dertigers, alleenstaanden en vrouwen meer risico lopen op psychosociale arbeidsbelasting. 

Wat er allemaal speelt in je leven en of je hier goed mee om kunt gaan, bepaalt dus of je wel of geen last krijgt van PSA. 

Hoe herken je psychosociale arbeidsbelasting bij medewerkers?

Psychosociale arbeidsbelasting is een arbeidsrisico dat werkstress kan veroorzaken. Onder werkstress verstaat de Arbowet ‘een toestand die als negatief ervaren lichamelijke, psychische of sociale gevolgen heeft’. 

In makkelijke woorden betekent dit dat werk een negatieve impact kan hebben op iemands lichamelijke gezondheid (bijvoorbeeld slecht slapen), mentale gezondheid (bijvoorbeeld gespannen zijn) en/of sociale leven (bijvoorbeeld geen zin meer hebben om iets te ondernemen met familie of vrienden). 

Maar hoe herken je dit bij je medewerkers? De volgende signalen kunnen wijzen op psychosociale arbeidsbelasting: 

  • Fysieke vermoeidheid. Psychosociale arbeidsbelasting kan slaapproblemen veroorzaken. Hierdoor kan een medewerker er moe uitzien, hij of zij heeft weinig energie en komt mat over. 

  • Mentale vermoeidheid. Een medewerker is minder productief, kan zich niet goed concentreren, heeft moeite om dingen te onthouden, maakt meer fouten en heeft geen overzicht meer over zijn of haar werk. 

  • Heftige emoties. Een medewerker is sneller geïrriteerd, heeft moeite met veranderingen, kan zomaar in huilen uitbarsten en kan slecht tegen lawaai en drukte. 

  • Vaker ziek melden. Psychosociale arbeidsbelasting kan leiden tot fysieke klachten, zoals hoofdpijn, duizeligheid, pijn op de borst, hartkloppingen, maagklachten en buikpijn. Dit kan ervoor zorgen dat iemand zich vaker ziek meldt. 

  • Verandering in gedrag. Een medewerker laat ander gedrag zien, bijvoorbeeld impulsiviteit, zichzelf terugtrekken of uitjes overslaan. 

Hoe kun je psychosociale arbeidsbelasting meten? 

Volgens de Arbowet heb je als werkgever een aantal verplichtingen:

  • Beleid. Als werkgever ben je verplicht om beleid te voeren dat gericht is op het voorkomen of (als dat niet kan) beperken van psychosociale arbeidsbelasting.

  • Risico’s inventariseren. Ook ben je verplicht om regelmatig de risico’s op psychosociale arbeidsbelasting in kaart brengen, door middel van een risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E).

  • Maatregelen. Als werkgever ben je verplicht om maatregelen te treffen om psychosociale arbeidsbelasting te voorkomen of te beperken. Denk bijvoorbeeld aan een vertrouwenspersoon of voorlichting. Vervolgens moet je ook evalueren of deze maatregelen het gewenste effect hebben. 

De Arbowet schrijft niet voor hoe je je als werkgever moet houden aan deze wet, maar laat dit aan bedrijven zelf over. Je mag dus zelf weten hoe je bijvoorbeeld de risico’s op psychosociale arbeidsbelasting in kaart brengt. Dit kan met een risico-inventarisatie en -evaluatie, maar je kunt ook een medewerkersonderzoek inzetten. 

Dat laatste heeft een paar voordelen:

Maak kennis met de Trust Index

De Trust Index is ons medewerkersonderzoek. Met dit onderzoek meten we vertrouwen, trots en plezier in organisaties. Het vertelt je wat er volgens jouw eigen medewerkers goed gaat en wat beter kan. 

De Trust Index bestaat uit 60 stellingen over verschillende onderwerpen, zoals werkomgeving, arbeidsvoorwaarden en leiderschap. Meer dan 20 stellingen uit de Trust Index zeggen iets over psychosociale arbeidsbelasting. Bijvoorbeeld:

  • Ik krijg de middelen aangeboden om mijn werk te doen

  • Dit is een psychologisch en emotioneel gezonde werkomgeving

  • Mensen hier worden eerlijk behandeld, ongeacht hun leeftijd, afkomst, gender of seksuele geaardheid

De Trust Index is dus een goed middel om de risico's op psychosociale arbeidsbelasting in jouw organisatie in kaart te brengen. Het is ook mogelijk om eigen vragen toe te voegen aan de Trust Index, zodat het onderzoek nog beter aansluit op de thema’s die spelen in jouw organisatie. 

Meer weten over de Trust Index?

Download dan de gratis whitepaper en ontdek wat ons medewerkersonderzoek kan opleveren voor jouw organisatie. 

Download de whitepaper
GPTWNL-NinaVanVliet-9661
Great Place To Work
Met +30 jaar ervaring in 60 landen is Great Place To Work de wereldwijde autoriteit op het gebied van organisatiecultuur en goed werkgeverschap.

Lees meer over Mentale gezondheid

Op de hoogte blijven?

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief en krijg als eerste updates over events, publicaties, nieuws en andere content over goed werkgeverschap.