Al meer dan 30 jaar weten we wat succesvolle organisaties met elkaar gemeen hebben: een cultuur met vertrouwen als basis. Zo’n cultuur wordt gevoed door betekenisvolle waarden en gefaciliteerd door leiderschap. Als leider heb je dus een belangrijke rol in het creëren van een vertrouwenscultuur. Maar wat verstaan we dan precies onder goed leiderschap? In dit artikel ontdek je wat iemand een goede leider maakt.
Op die vraag valt geen eenduidig antwoord te geven. Ten eerste is leiderschap voor een deel subjectief: elke leider heeft zo zijn eigen voorkeuren en persoonlijke opvattingen over hoe je leiding moet geven.
Dat geldt niet alleen voor leiders, maar ook voor medewerkers. Sommige medewerkers vinden het bijvoorbeeld fijn om veel vrijheid te krijgen van hun leider, terwijl andere medewerkers liever verteld krijgen wat ze moeten doen. Er zijn niet voor niets talloze leiderschapsstijlen, met elk voor- en nadelen.
Wat goed leiderschap is, hangt ook af van de organisatie. Denk hierbij aan kernwaarden, doelen en de omstandigheden waarin een organisatie verkeert. Een organisatie in slecht weer heeft ander leiderschap nodig dan bijvoorbeeld een start-up.
Eén ding is zeker: het geheim van succesvolle organisaties schuilt in een cultuur met vertrouwen als basis. Het gaat niet om uiterlijke of materiële dingen, het gaat simpelweg om de manier waarop leiders en medewerkers in een organisatie met elkaar omgaan.
In een vertrouwenscultuur kan en wil iedereen zijn of haar volle potentieel inzetten. Dit leidt tot creativiteit en innovatie, wat weer bijdraagt aan de groei en het succes van een organisatie. Leiders spelen een belangrijke, faciliterende rol in het creëren van een cultuur met vertrouwen als basis.
Maar wat 10 of 20 jaar geleden goed genoeg was om een great place to work te zijn, is vandaag de dag niet genoeg meer. Organisaties die willen overleven en groeien, moeten een great place to work For All zijn. Voor iedereen dus, en niet alleen voor bepaalde groepen in een organisatie. Dit vraagt om For All-leiders. Maar wat is een For All-leider?
Op basis van meer dan 30 jaar internationaal onderzoek naar vertrouwen tussen leiders en medewerkers, hebben we vijf niveaus van leiderschap ontdekt: van onopzettelijke leider tot For All-leider.
Deze leiders zijn zich niet bewust van de impact die ze hebben op anderen. De onopzettelijke leider is vakinhoudelijk vaak sterk en heeft na verloop van tijd een leidinggevende rol gekregen. Maar hierdoor missen ze de vaardigheden die ze nodig hebben om anderen te motiveren en inspireren.
De onopzettelijke leider denkt in termen van ‘werknemers’ in plaats van mensen met een privéleven, houdt vaak informatie achter en laat geen verandering zien na het krijgen van feedback.
Deze leiders zijn een vriend voor de één, maar een vijand voor de ander. Ze werken niet goed samen met andere teams, waardoor de communicatie hapert. Soms hebben ze zoveel andere verantwoordelijkheden, dat ze tekortschieten als leider. Ze zijn er niet op de momenten dat ze er juist wel moeten zijn. Ze trekken (bewust of onbewust) mensen voor. Alles bij elkaar opgeteld creëert de wel/niet-leider een sfeer van onzekerheid.
Deze leiders vinden het belangrijk om taken van hun to-do-lijstje af te strepen, en dan vooral de dingen die bijdragen aan het bereiken van eigen doelen. De transactionele leider is geen slechte leider: de meeste medewerkers zijn tevreden met deze leider. Maar tegelijkertijd zijn ze niet zo toekomstgericht, innovatief en charismatisch als de goede en For All-leider. Hun gedrag is niet consistent genoeg.
De transactionele leider hecht meer waarde aan dingen gedaan krijgen dan praten met mensen. Daarom weten ze vaak ook niet veel over wat er speelt in het privéleven van hun medewerkers. Ze geven meer orders dan dat ze écht luisteren naar de uitdagingen van hun medewerkers.
Goede leiders zijn consistent, inclusief en oprecht. Ze scheppen duidelijke verwachtingen, begrijpen dat fouten gemaakt worden en zien hun medewerkers als mensen met een leven buiten werk. Ze zijn benaderbaar, begripvol, eerlijk en voor medewerkers de reden om te blijven bij een organisatie.
Het verschil tussen de goede leider en de For All-leider is dat goede leiders geloven dat de verantwoordelijkheid om doelen te behalen bij henzelf ligt, en niet bij het team. Hierdoor is het voor goede leiders nog lastig om open te zijn over eigen fouten en tekortkomingen.
Deze leider heeft echt het beste met zijn of haar medewerkers voor. For All-leiders zijn dienende leiders: ze stellen hun medewerkers in staat om hun volle potentieel in te zetten, en blijven zelf wat meer op de achtergrond. Ze leiden succesvolle teams en bereiken goede resultaten. Ze geven het goede voorbeeld, doen wat ze zeggen en worden door hun medewerkers gezien als eerlijk en ethisch. Ze staan open voor feedback en betrekken medewerkers bij het nemen van besluiten. For All-leiders behandelen iedereen met waardigheid, ongeacht wie het is of wat ze doen.
Uit onze data* blijkt dat een For All-leider vooral op onderstaande punten het verschil maakt:
Goed leiderschap is dus For All-leiderschap. We zoomen nog iets meer in op de kenmerken van goed leiderschap:
Bescheidenheid. For All-leiders hebben veel om over op te scheppen, maar doen dat niet. Dat laten ze liever aan anderen over.
Dienend. For All-leiders stellen hun medewerkers in staat om hun beste werk te leveren, en blijven zelf meer op de achtergrond. Ze zijn dienende leiders die anderen helpen om te groeien en beter te presteren.
Lead by example. For All-leiders geven het goede voorbeeld.
Eerlijkheid. For All-leiders doen wat ze zeggen en behandelen iedereen eerlijk en gelijk.
Geen micromanager. For All-leiders geven hun medewerkers autonomie, zodat ze vrij zijn in de manier waarop ze hun werk doen. For All-leiders vragen om feedback en betrekt medewerkers bij het nemen van besluiten.
Samenwerking. For All-leiders zijn in staat om de samenwerking in teams en in de organisatie als geheel te verbeteren.
Veiligheid. For All-leiders creëren een open en veilige werkplek waarin iedereen zich welkom voelt en kan meedoen.
Hieronder leggen we uit welke stappen je kunt zetten om uit te groeien tot een For All-leider:
Van onopzettelijke leider naar wel/niet-leider. Kleine veranderingen kunnen een groot verschil maken. Ontwikkel je leiderschapsvaardigheden, werk vaker met medewerkers samen en neem een meer toegankelijke, open houding aan.
Van wel/niet-leider naar transactionele leider. Doorbreek het patroon van vriendjespolitiek en voortrekgedrag, communiceer met je medewerkers en toon erkenning en waardering voor het werk dat mensen opleveren.
Van transactionele leider naar goede leider. Werk aan je sociale vaardigheden en toon oprechte interesse in je medewerkers als mensen met een privéleven. Luister naar je medewerkers, vraag om hun input als je besluiten gaat nemen en laat aan medewerkers zien wat hun rol is in het grote plaatje.
Van goede leider naar For All-leider. Richt je blik op de toekomst en op hoe teams samen doelen kunnen bereiken. Formuleer doelen op zo’n manier dat medewerkers zich betrokken en geïnspireerd voelen. En doe afstand van het idee dat je gezien moet worden als de ‘baas’. Maak je eigen belangen ondergeschikt aan het laten excelleren van anderen.
Het is niet makkelijk om een For All-leider te blijven, want de wereld (van werk) verandert continu. Er is dus geen status quo. Om een For All-leider te blijven, is het belangrijk om:
Het allerbelangrijkste? Weten wat jouw medewerkers van jou vinden als leider. Dit is in het belang van je medewerkers en de organisatie. Laat je hierbij leiden door betrouwbare data en inzichten, zodat je gerichte stappen kunt zetten om een betere leider te worden.
*Bron: Bush, Michael C. (2018). A Great Place To Work For All (1e editie). Berrett-koehler publishers, Inc.