Menu

Testimonial Nutsschool Woonstede

Nutsschool Woonstede uit Den Haag is de allereerste school die Great Place To Work-Certified™ is. We gaan in gesprek met Nina Schmitz, directeur van Nutsschool Woonstede. 

nutsschool woonstede_quote_2
Nina Schmitz is directeur van Nutsschool Woonstede. Woonstede gelooft dat ieder kind talentvol is. De school streeft naar een leer­om­ge­ving waar kin­de­ren zich vei­lig en geaccepteerd voe­len en waar ze het ver­trou­wen krij­gen om te komen tot de mooiste pres­ta­ties.
Bekijk werkgeverspagina

1. Wat was de aanleiding om mee te doen aan het Great Place to Work-traject?

“Als basisschool meten we vier keer per jaar de tevredenheid onder onze medewerkers met een standaard vragenlijst. Ik merkte dat deze vragenlijst niet meer paste bij wie we zijn en de ontwikkelingen die we als school doormaken. Bovendien gaf deze vragenlijst niet genoeg concrete aanknopingspunten om mee aan de slag te gaan. 

Via het cross-mentoring programma, waarin basisschooldirecteuren worden gekoppeld aan een directeur uit het bedrijfsleven of de non-profit sector, kwam ik in aanraking met Great Place to Work. De waarden vertrouwen, trots en plezier sluiten goed aan bij het gedachtegoed van Woonstede. Dit voelde goed en daarom hebben we voor Great Place to Work gekozen. Wat ik ook fijn vind aan het onderzoek van Great Place to Work, is dat je écht meegenomen wordt in de uitkomsten, zodat je er daadwerkelijk iets mee kan doen.”

Gratis stappenplan

Word ook een great place to work!

Ontdek wat er écht speelt op de werkvloer, krijg erkenning voor goed werkgeverschap en versterk je werkgeversmerk van binnenuit. 

2. Wat was het belangrijkste dat je uit het Great Place to Work-traject wilde halen?

“Ik wilde vooral inzicht krijgen in wat onze medewerkers denken en voelen. Zijn ze trots op onze school? Dragen ze dat uit? Gaan ze met plezier naar hun werk? Hoe zorgen we ervoor dat we het fijn hebben met elkaar? En wat kunnen we nog meer doen om onze school en ons team op de kaart te zetten?”

3. Een succesvol traject vraagt om betrokkenheid onder de medewerkers. Hoe heb je dit aangepakt? 

“Allereerst hebben we aan Mathieu (onze contactpersoon) gevraagd om meer te vertellen over Great Place to Work. Wie is Great Place to Work? Waar staat Great Place to Work voor? Daarnaast heeft Mathieu ons uitgebreid verteld over het onderzoek en de stellingen. Na de presentatie van Mathieu lag er voor iedereen een kaartje en iets lekkers klaar om onze medewerkers te stimuleren hun mening vleugels te geven. 

Daarna hebben we op een studiedag tijd en ruimte gecreëerd voor onze medewerkers om de vragenlijst rustig in te vullen. Zo hebben we ervoor gezorgd dat het invullen niet als een extra taak bovenop het normale werk voelt. Binnen een week had iedereen de vragenlijst ingevuld.”

4. Hoe gaan jullie opvolging geven aan de resultaten?

"Stein heeft ons meegenomen in de resultaten van het onderzoek. Daarna hebben we samen middels de wereldcafé-methode meer duiding gegeven aan de uitkomsten. Ook hebben we gesprekken gevoerd over 'Woonstede Utopia' en vragen gesteld als: hoe ziet de werkdruk eruit op Woonstede  in een ideale wereld? En hoe kunnen we hieraan werken, zowel op de korte als de langere termijn?"

5. Kwamen er verrassende resultaten uit het onderzoek die je niet had verwacht?

“De uitkomsten van het onderzoek lagen grotendeels in lijn met mijn verwachtingen. Een score van 91% op de Trust Index kwam wél als een positieve verrassing. Dit had ik niet verwacht, zeker niet omdat we als organisatie nog volop in ontwikkeling zijn.”

"Wat ik fijn vind aan het onderzoek van Great Place to Work, is dat je écht meegenomen wordt in de uitkomsten, zodat je er daadwerkelijk iets mee kan doen."

Nina Schmitz, directeur van Nutsschool Woonstede

6. Wat maakt Woonstede als werkgever anders dan andere basisscholen? Waar ben je trots op?

“Wat ons anders maakt, is dat we als organisatie regelmatig reflecteren op wat we doen. Wat kunnen we anders of beter doen? Zijn er patronen die we kunnen doorbreken? Op die manier blijven we als school steeds in ontwikkeling. Ook proberen we onze medewerkers waar mogelijk vrijheid te geven. Zo krijg elke leerkracht vanaf dit schooljaar een vrije dag. Dat staat niet in de cao, maar we vinden dit wel nodig om onze medewerkers flexibiliteit te bieden. 

Bovendien zorgen we goed voor nieuwe collega’s. Ze krijgen bijvoorbeeld een maatje en een externe coach aangeboden. Ook kijken we goed naar de ervaring en dus de belastbaarheid van nieuwe leerkrachten. We noemen dit een vliegende start op Woonstede. En we doen leuke dingen met elkaar, zoals samen sporten op maandag. Vaak regelen we dat onderling. De ene keer spelen we handbal onder begeleiding van de juf van groep 4, de andere keer geeft de juf van groep 7 een zumba-les.”

7. Hoe inspireren jullie andere basisscholen om goed werkgeverschap hoger op de agenda te zetten?

“Woonstede valt samen met andere basisscholen onder Lucas Onderwijs, een onderwijsbestuur in de regio Haaglanden. Om kennisdeling binnen het onderwijsbestuur te stimuleren, is er Lucas Academie. Hier kunnen medewerkers trainingen, cursussen en workshops volgen en best practices delen. Een mooi voorbeeld is onze gesprekkencyclus, waarbij we het zelf ontworpen ‘’dialoog werkplezier’’ voeren. Dit doen we op basis van het Huis van Werkvermogen, waarbij aandacht is voor duurzame inzetbaarheid.

We willen ons werkgeverschap nog meer uitdragen, ook digitaal. Zo werken we bijvoorbeeld aan een LinkedIn-pagina, bedoeld voor onze medewerkers en om nieuwe collega’s aan te trekken. Ook werken we aan een Instagram-pagina, die in eerste instantie bedoeld is voor ouders. Op deze pagina willen we laten zien wat we allemaal als school doen.”

8. Heb je tips of adviezen voor andere scholen die mee willen doen aan het Great Place to Work-traject?

“Mijn eerste advies is om je medewerkers mee te nemen in het traject. Vertel ze wie Great Place to Work is en leg uit waarom je voor deze organisatie hebt gekozen. Zo creëer je betrokkenheid onder je medewerkers. Geef ook aan dat de uitkomsten van het onderzoek niet in de kast blijven liggen, maar leg uit dat je er concreet mee aan de slag gaat. Dit stimuleert medewerkers om het onderzoek in te vullen. 

Een ander advies is om daadwerkelijk tijd en ruimte vrij te maken voor je medewerkers om het onderzoek in te vullen. Zo voorkom je dat het invullen van het onderzoek voelt als een extra taak bovenop het normale werk. Bovendien geeft dit medewerkers tijd om na te denken en te reflecteren, wat uiteindelijk ten goede komt aan de uitkomsten van het onderzoek. 

Waar je bovendien rekening mee moet houden als school, is dat sommige stellingen niet helemaal van toepassing zijn op het onderwijs. Een goed voorbeeld is de stelling: “Ik kan vrij krijgen wanneer ik dat nodig vind.” In het onderwijs heb je nu eenmaal te maken met een tijdvak waarin je als leerkracht aanwezig moet zijn, omdat de kinderen er dan zijn. Aan deze stelling hebben we een eigen draai gegeven: “Ik kan vrij krijgen bij dringende zaken.” 

Ook de stellingen over winstdeling zijn niet van toepassing, omdat scholen geen winst mogen maken. Als je op voorhand uitlegt hoe deze stellingen geïnterpreteerd moeten worden, voorkom je verwarring tijdens het onderzoek.”

9. In hoeverre sluit het gedachtegoed van Great Place to Work aan bij het gedachtegoed van Nutsschool Woonstede? 

“Ik zie veel overeenkomsten tussen het gedachtegoed van Great Place to Work en die van Woonstede. Sterker nog: als het gedachtegoed van Great Place to Work anders was geweest, dan was het traject misschien niet passend geweest, kijkend naar de ontwikkelingen die we nu als school en als team doormaken. 

Het startpunt op Nutsschool Woonstede is betekenisvol werk. Er is geen baan betekenisvoller dan werken met kinderen, ervoor zorgen dat school een veilige plek is en dat kinderen er met plezier naartoe gaan. Ook vertrouwen speelt een belangrijke rol: ouders vertrouwen hun kinderen aan ons toe. Er is eigenlijk geen grotere mate van vertrouwen die je kunt krijgen. 

Ook is het zo dat we het belangrijk vinden dat onze leerkrachten met plezier naar hun werk gaan en dat ze vertrouwen hebben in de organisatie, het leiderschap en in elkaar. Daar doen we elke dag keihard ons best voor.”

Lees ook